De Petřín heuvel is het groene hart van Praag. Hier vind je parken, tuinen en boomgaarden die samen een heerlijk toevluchtsoord vormen voor iedereen die de drukte van de oude stad even wil ontvluchten. Terwijl je langzaam omhoog klimt, ontvouwen de mooiste uitzichten zich voor je ogen – en onderweg valt er genoeg te ontdekken: van een rozentuin tot de kabelbaan en van een 14e eeuwse verdedigingsmuur tot natuurlijk de beroemde Petřín-uitkijktoren.

Het leuke is dat elke ingang zijn eigen sfeer heeft. Kom je binnen bij Újezd, dan stap je meteen in een stukje geschiedenis: het aangrijpende Monument voor de Slachtoffers van het Communisme staat hier. Vanaf daar kun je kiezen: de kabelbaan omhoog (leuk, maar een tikje valsspelen en pas in 2026 weer geopend), of een sportieve klim langs de paden.

Let op: voor mensen die slecht ter been zijn, is de heuvel moeilijk te bewandelen.

Houd je rechts, dan wandel je richting de Praagse Burcht; links voert naar de Hongermuur en de Rozentuin, als je het kunt vinden, want "verdwalen" is hier geen uitzondering.

Ga je via de Seminarietuin, dan wandel je tussen fruitbomen, een verborgen vijver en stille paadjes waar het nog écht voelt alsof je buiten de stad bent. En wie via de Kinský-tuinen omhoog gaat, begint in een Engels landschapspark met vijvers, een watervalletje, een zomerpaleis en zelfs een houten kerk (nou ja… tot 2020, toen die helaas afbrandde).

Hoe je ook start, één ding is zeker: Petřín verrast je elke keer weer. Zelfs als je denkt dat je de heuvel al kent, duikt er altijd een nieuw paadje, beeld of uitzicht op dat je nog niet eerder hebt gezien. Trek er dus gerust een halve dag voor uit – verdwalen op Petřín is misschien wel de leukste manier om de heuvel te beleven.