Woensdag 22 oktober 2025 begint met het besef dat dit geen mooie dag zal worden, maar wel een bijzondere en indrukwekkende. Het weer is, zoals voorspeld en door mij gewenst, grauw en somber. Net zo grauw als de bestemming - een omgeving waar zonneschijn alleen maar zou afleiden van wat er is gebeurd. Ik verzamel mijn spullen voor de dag: de paraplu gaat in de tas, terwijl mijn grote camera thuis blijft. Onderweg haal ik nog wat broodjes en drinken, aangezien er waarschijnlijk ter plaatse niets te koop zal zijn.
Vandaag heb ik een deadline om twaalf uur. Dan moet ik in Pařížská staan, de meest luxueuze winkelstraat van Praag. Het contrast kon haast niet groter zijn: van de glanzende etalages van dure mode- en juwelenwinkels naar de sombere, grijze muren van Terezín. Een ironisch vertrekpunt voor een dag vol geschiedenis en verdriet. Toch past het ergens wel bij Praag: een stad waar schoonheid en tragedie voortdurend naast elkaar bestaan.
Inleiding
Holesovice
Holesovice is een van mijn favoriete wijken in Praag. Vanuit hier kun je letterlijk alle kanten op. Op loopafstand ligt het uitgestrekte Stromovka-park, perfect voor een ochtendwandeling, en wie iets verder doorloopt, staat al bij de dierentuin of bij het indrukwekkende kasteel Troja. Ook de Oude Stad is gemakkelijk te bereiken - en onderweg word je via het Letna plateau getrakteerd op schitterende uitzichten over de Moldau en de stad.
Zoals elke ochtend begin ik mijn dag met een wandeling naar het winkelcentrum Stromovka. De route voert me langs het vernieuwde station en spoor, die er inmiddels prachtig bijliggen. Jarenlang was deze buurt één grote bouwput, maar nu de werkzaamheden bijna afgerond zijn en het beursterrein in volle glorie herrijst, transformeert dit gebied langzaam tot een van de mooiste plekjes van Praag.
Bij de Lidl haal ik mijn eerste bakkie van de dag: een heerlijke latte of cappuccino to go voor slechts twintig kronen. Een beetje proviand erbij voor onderweg, en dan ben ik klaar voor een nieuwe dag in de stad.
Groepstour Terezin
De details van de drie uur voorafgaand aan de excursie zal ik je besparen, behalve dat ik heerlijk heb geluncht bij U Spirku. Dit gezellige restaurant ligt in Kozna, op slechts een steenworp afstand van het Oude Stadsplein. Vraag gerust naar het dagmenu (denní menu) voor een smakelijke en betaalbare lunch. Het personeel helpt je graag met een vertaling!
Na een stevige maaltijd kan ik er weer een paar uur tegenaan zonder trek. Rond 11:50 uur sta ik bij de bushalte van St. Martin's Tour in Pařížská. Dit bedrijf biedt diverse excursies aan, en ik heb vooraf via GetYourGuide een ticket gekocht (ongeveer 65 euro). Ja, dat is het bedrijf waar ik kaartjes voor verkoop via affiliate marketing. Ik kan het je aanbevelen om een ticket via dit platform te kopen.
(Wij van wc-eend... adviseren WC-eend, een bekende slogan onder de wat oudere lezers van dit blog)
Normaal ben ik niet zo'n fan van groepsreizen, maar Terezín is met het openbaar vervoer lastig bereikbaar. Bovendien heb je zonder georganiseerde tour geen gids die je meer context en achtergrond kan bieden.
Met een groep van 22 volwassenen rijden we per luxe touringbus in een uurtje naar Theresienstadt. Onze gids legt tijdens het ritje door Praag enkele gerelateerde locaties uit en er beginnen kwartjes te vallen.
Vertrek vanaf Praag Bubny naar Terezin
In 1941 vertrokken vanuit station Praag Bubny, vlakbij mijn huidige appartement in Holešovice, de eerste transporten van Joodse inwoners naar concentratiekamp Terezín. Ter nagedachtenis hieraan is een indrukwekkend monument opgericht, bekend als ‘The Gate of Infinity’ in het Engels. De oorspronkelijke Tsjechische naam, ‘Brána nenávratna’, draagt een diepere betekenis: ‘De Poort van Geen Terugkeer’.
Een plaquette voor hotel Mama Shelter in Veletržní herinnert ons aan de plek waar joden moesten verzamelen om vanuit daar richting het station te lopen, niet wetende wat ze te wachten stond.
The Gate of Infinity
Plaquette naast hotel mama Shelter
Deel één
Terezín, een vestingsstadje uit 1780, omgetoverd tot gevangenis en getto
We komen aan bij Terezín, beter bekend onder de Duitse naam Theresienstadt.
Terezín werd in 1780 gesticht door keizer Jozef II en vernoemd naar zijn moeder, Maria Theresia. Het fort werd gebouwd in de typische Vauban-stijl, een ingenieus verdedigingssysteem dat bekendstaat om zijn slimme geometrie. Lage, stervormige wallen, diepe grachten en zorgvuldig geplaatste bastions vormden samen één perfect uitgedachte militaire machine. Terezín bestond uit een grote en een kleine vesting – en in die laatste begint onze tour.
De Kleine Vesting
De Kleine Vesting kreeg vanaf de 19e eeuw de functie van gevangenis en diende tijdens de Eerste Wereldoorlog ook als krijgsgevangenenkamp, onder andere voor Gavrilo Princip, de moordenaar van Franz Ferdinand, wiens daad de directe aanleiding voor de oorlog vormde. Het is een kleine wereld. Die Gavrilo ben ik al eerder tegengekomen in relatie tot Praag. Hij ligt waarschijnlijk begraven in Bohnice Begraafplaats der Dwazen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, van 10 juni 1940 tot mei 1945, was dit de beruchte Praagse Gestapo-gevangenis, waar ongeveer dertigduizend gevangenen werden opgesloten. Het is een indrukwekkende plek die laat zien hoe deze kleine vesting, oorspronkelijk ontworpen voor militaire doeleinden, later een centrum van gevangenschap en lijden werd.
Model van de Grote Vesting van Terezin
In de Kleine Vesting werden tijdens de Tweede Wereldoorlog meer dan 30.000 mensen gevangen gehouden. Onder hen bevonden zich Tsjechische verzetsstrijders, intellectuelen en politieke gevangenen.
Onze gids laat ons de barakken zien, waar de gevangenen onder erbarmelijke omstandigheden vast hebben gezeten. In een ruimte waar wij met 23 mensen staan en het al aardig vol is, hebben 200 mensen in gevangenschap gezeten. Of liever gezegd, gestaan, want er was geen ruimte om te zitten, laat staan te liggen. Het raam van dit vertrek staat nu open, maar dit was destijds verboden en de enige vorm van zuurstofaanvoer kwam door een gaatje van nog geen vijf cm doorsnede.
Je kunt het je niet voorstellen.
De deuren naar de dodencellen in het midden van de foto
Bij iedere ruimte heeft de gids een 'mooi' verhaal.
Een van die verhalen betrof Milada Horakova: Tsjechische politica en verzetsstrijdster, werd in 1940 door de Gestapo gearresteerd en opgesloten in de Kleine Vesting van Terezín. In de krappe, donkere dodencel weigerde ze informatie over mede verzetsstrijders prijs te geven, ondanks dreiging en marteling. Haar standvastigheid maakte haar een symbool van moed en verzet. Na de oorlog werd ze door het communistische regime opnieuw gevangen gezet en in 1950 geëxecuteerd, waarmee haar verhaal een tragische echo van onverzettelijkheid werd.
Lees ook: Milada Horáková, Praag zal haar niet vergeten
We krijgen de dodencel van Gavrilo Princip te zien. Een krappe ruimte, waar je zelf nog geen uurtje in zou kunnen zitten zonder gek te worden.
Hij vertelt hoe slechts drie gevangenen weten te ontsnappen uit de Kleine Vesting. Dat er één Poolse gevangene aan de galg is opgehangen. Dat er op de executieplaats gevangenen werden gefusilleerd, waarvan veel door onbenullige redenen, zoals het niet begroeten van een bewaker.
Dat gevangenen een zwembad moesten maken ten behoeve van de kampbewakers en hun familie. Dat daar veel gevangenen bij zijn omgekomen. Dat er paar kampbewakers enigszins OK waren, maar de meesten meedogenloos.
Zonder de uitleg van de gids blijft de horror die zich hier heeft afgespeeld verborgen. Zonder context zijn de stenen niet meer dan stenen, is het gras slechts gras, en lijkt een gaatje in de muur niets meer dan een simpel gat. Maar met de verhalen die hier schuilgaan, worden deze stenen en muren tot stille getuigen van een geschiedenis die nooit vergeten mag worden.
De executieplaats
We lopen door een gedeelte van het 30 km lange gangenstelsel, dat aangelegd is om ten tijde van aanval te kunnen schuilen. De Naz'is hebben, om te voorkomen dat er gevangenen zouden ontsnappen, alle gangen afgesloten. Stel je voor!
Nationale Begraafplaats
Na de gedetailleerde uitleg in de Kleine Vesting lopen we terug naar de bus om naar het Joodse Getto te gaan. We krijgen eerst nog uitleg bij de begraafplaats:
De Nationale Begraafplaats van Terezín, grenzend aan de ingang van de Kleine Vesting, werd tussen 1945 en 1958 opgericht op initiatief van overlevenden. Hier rusten slachtoffers van het naziregime uit het Kleine Fort, het getto van Terezín en het naburige kamp Litoměřice. In totaal liggen er circa 10.000 mensen begraven, waarvan 2.386 in individuele graven en de rest in vijf massagraven. Elk graf wordt gemarkeerd met een nummer of naam en vergezeld door rode rozen.
De gids is niet alleen een expert in geschiedenis, maar ook gepassioneerd door cijfers. Hij kent de statistieken van Terezin uit zijn hoofd en deelt ze op indrukwekkende wijze tijdens de rondleiding.
Davidster
Boven het terrein staan een kruis en een Davidster, symbolen van zowel christelijke als Joodse herdenking. Het bijzondere aan de Davidster is dat het gemaakt is van de rails waarover de treinen reden die de gedeporteerden vervoerden. Die rails krijgen we later nog te zien.
Jaarlijks vindt in mei de “Verdrukking van Theresienstadt”-herdenking plaats. De begraafplaats maakt deel uit van het nationaal cultureel monument “Klein Fort met Begraafplaats”. Veel andere slachtoffers zijn door de nazi's gecremeerd in het nabijgelegen crematorium; hun as werd deels in de rivier de Ohř verstrooid, waar nu een gedenkmonument staat.
Deel twee
Joods getto
Na een kort ritje van een paar minuten, parkeert de bus op het dorpsplein, een plek die in niets doet denken aan een concentratiekamp. Wanneer je door het stille Terezín wandelt, is het haast onmogelijk je voor te stellen dat deze serene omgeving ooit het toneel was van onvoorstelbare gruwel.
Het dorpsplein ziet er nu sereen uit
De keuze voor dit vestingstadje, met zijn rechte straten, dikke muren en strategische ligging aan de spoorlijn, was voor de nazi’s puur praktisch. Toen Reinhard Heydrich in 1941 de leiding kreeg over het protectoraat, besloot hij hier een verzamel- en doorgangskamp te maken voor de Joden van Bohemen en Moravië. In november dat jaar arriveerde het eerste Aufbaukommando - jonge mannen die de barakken moesten klaarmaken. Een paar maanden later werden de inwoners van het stadje verdreven en werd Terezín één groot getto, een afgesloten wereld waar hoop en wanhoop dicht bij elkaar lagen. Ieder huis in het stadje werd gebruikt om joden of bewakers onder te brengen
Tijdens de Wannseeconferentie in januari 1942 kreeg Theresienstadt een bijzondere rol. Het moest dienen als “oudengetto”, waar oudere Joden en oorlogsveteranen werden ondergebracht om de schijn op te houden dat zij niet naar vernietigingskampen gingen. Ook prominente politici, kunstenaars en wetenschappers kwamen hier terecht. In werkelijkheid vertrokken ook vanuit Theresienstadt transporten vol ouderen richting Auschwitz – het getto was slechts een zorgvuldig geconstrueerde façade voor de nazi-propaganda.
Modelgetto
In 1944 veranderden de nazi’s Theresienstadt in een toneeldecor voor hun propaganda. Onder druk van Denemarken en het Internationale Rode Kruis werd besloten om een inspectiebezoek toe te staan aan een zogenaamd “modelgetto”. Theresienstadt werd zorgvuldig uitgekozen: dicht bij Praag, goed af te schermen, en perfect om een misleidend beeld te scheppen van het “humane” leven van Joden onder nazi-bewind.
Om dit bedrog geloofwaardig te maken, begon al in 1943 een enorme “verfraaiingsactie”. Het plein werd opgeknapt, een muziekpaviljoen gebouwd en er verschenen winkels, een café en zelfs een school. Kinderen kregen een speeltuin, en gevangenen ontvingen schijnlonen in speciaal gedrukt Terezín-geld - dat natuurlijk niets waard was.
Alles diende één doel: een illusie van normaliteit scheppen. Duizenden zieke, oude en zwakke gevangenen werden vóór het bezoek afgevoerd naar vernietigingskampen, zodat het getto er niet overbevolkt uit zou zien en alleen gezonde, “gelukkige” gezichten te zien waren.
Een briefje van tien kronen voor het joodse getto. Foto van: Milan Wölfl
Het Getto Museum
We beginnen ons bezoek aan de Grote Vesting in het Getto-museum. Eerlijk gezegd raakt het mij niet echt; er is een overweldigende hoeveelheid tekst, maar visuele elementen ontbreken grotendeels.
De enige uitzondering zijn de tekeningen van de kinderen van Terezín, een deel daarvan is ook te zien in de Pinkas-synagoge in Praag. Deze beelden laten een onuitwisbare indruk achter. De thema’s variëren van “Herinneringen aan dagen van vrijheid” tot “Herinneringen aan thuis”, en in hun eenvoud en puurheid spreken ze meer dan welke tekst dan ook.
Toen de delegatie van het Rode Kruis op 23 juni 1944 arriveerde, werd ze meegenomen op een zorgvuldig geënsceneerde rondleiding. Voetbalwedstrijden, muziek, lachende kinderen – alles was opgezet om de schijn van een vreedzaam en menselijk kamp te wekken. De Zwitserse vertegenwoordiger Maurice Rossel stelde zelfs een positief verslag op, waarin hij beweerde dat de omstandigheden in dit kamp beter waren dan elders in Europa. De nazi’s waren zo tevreden over het succes van hun misleiding dat ze filmmaker Kurt Gerron dwongen een propagandafilm te maken: Der Führer schenkt den Juden eine Stadt.
Niet lang daarna werden de transporten naar het oosten hervat. Voor de meeste figuranten van dit cynische schouwspel zou die reis hun dood betekenen.
Even later, wanneer onze groep klaar is met de rondleiding, kondigt de gids de film aan – het moment waarop Jan met spanning heeft gewacht. Het tien minuten durende propagandafilmpje laat bij het kijken een diep ongemakkelijk gevoel achter, een stille confrontatie met de wreedheid en het cynisme van het kamp.
Tegelijkertijd herinneren de kindertekeningen eraan dat achter iedere propagandashow echte levens en onschuldig lijden schuilgingen - een contrast dat nog lang nazindert, ook na het verlaten van het museum.
Na een eerste teleurstelling, wanneer blijkt dat Jan de persoon die hij in het filmpje had verwacht te zien niet kan vinden, gaat hij onverstoorbaar door met zijn zoektocht.
Het dorpje en het kunstmuseum
Na het Getto museum maken we een korte wandeling door het - nu vredige - dorpje.
Wandelend over het plein en langs de oude kazernes vertelt de gids middels statistieken verder: bijna 155.000 mensen kwamen hier terecht, 88.000 werden doorgestuurd, en slechts een handvol keerde ooit terug. Zo’n 35.000 stierven hier zelf, aan honger, ziekte of uitputting.
In mei 1945 nam het Rode Kruis het kamp over, kort daarna volgde het Rode Leger. Tegen die tijd was Theresienstadt niet langer een vestingstad, maar een massagraf. Vandaag de dag is het vooral een plek van stilte en herinnering.
We arriveren bij het Kunstmuseum (kunst uit het getto), waar we naast de kunst ook een beeld krijgen van de omstandigheden van de joodse bewoners. Een georganiseerd en ogenschijnlijk netjes ingerichte barak met stapelbedden geven een vertekend beeld van de realiteit, aldus de gids. Ten tijde van het getto was het een overbevolkte, chaotische plek met slechte hygiënische omstandigheden met luizen en vlooien, waar teveel mensen dicht op elkaar leefden.
In enkele vertrekken van dit museum maken we kennis met de tekeningen van gevangenen die een donker beeld schetsen van het leven in het getto.
Een voorbeeld van een barak in het getto
Het crematorium
De tijd dringt, want we hebben nog maar tien minuten om bij het crematorium te komen voordat het sluit. De gids loopt zichtbaar gehaast, en dat is niet verwonderlijk. Toch blijft Jan, die voortdurend vragen stelt en zijn persoonlijke nieuwsgierigheid belangrijker lijkt te vinden dan het tempo van de groep, de vooruitgang ophouden.
De dame, die het crematorium beheert, houd het voor ons langer open.
Bij het crematorium vertelt de gids:
In het begin werden de doden uit het getto van Theresienstadt begraven in het Bohušovice-bekken, maar vanaf september 1942 werden ze gecremeerd in een nieuw crematorium. De as werd bewaard in duizenden urnen, eerst van hout en daarna van karton, met de belofte dat die later eervol begraven zouden worden. Die belofte werd gebroken: in november 1944 moesten gevangenen 22.000 urnen in de rivier de Ohře gooien en werden er slechts 3.000 bij Litoměřice begraven. Zo probeerden de nazi’s het bewijs van de massale sterfte in het getto uit te wissen.
Tijd voor een pivo
Na het haastige einde van de rondleiding nemen we afscheid van Terezín en stappen we de bus in. Maar natuurlijk niet zonder een moment van opschudding: Jan is opnieuw nergens te bekennen. Zelfs zijn vrouw weet niet waar hij uithangt – al lijkt het haar eerlijk gezegd weinig te interesseren. Ook zij is volledig verdiept in haar telefoon.
Door de gebruikelijke avondspits in Praag duurt de busrit terug ruim een half uur langer dan de heenreis. Rond half acht stap ik uit op het Oude Stadsplein en wandel naar restaurant U Parlamentu in Valentinská, waar ik me bij mijn Engelse vrienden voeg. Na deze deprimerende dag ben ik absoluut toe aan een opbeurende pivo en een stevige Tsjechische maaltijd.
Met het schrijven van dit blog besef ik dat het onmogelijk is om volledig recht te doen aan de verschrikkingen die zich in Terezín hebben afgespeeld. Je moet het met eigen ogen zien en daarna voelen wat het met je doet. Voor mij was het een bezoek dat onder mijn huid kroop - een plek waar de stilte meer zegt dan woorden ooit kunnen.
Een dag om nooit te vergeten.
Verliefd op Praag